Niet stap-stap-hoorspelkern leidt Joris van de Kerkhof ons het Filiaal binnen maar licht hijgend. Ook mooi natuurlijk. Zo is in elk geval duidelijk dat de verslaggever lóópt.
Zijn doel: het nieuwe museum over de Amsterdamse grachtengordel. Maar eerst een vrouw die hij tegenkomt een compliment geven: “Ik was van de week in Almere en daar liep iemand de hond uit te laten en die liet het gewoon liggen.”
“Bent u links?” vraagt de Filiaalhouder aan Piet van Winden die het museum met geld van ondernemer Gerard Krans heeft gerealiseerd. “Ja” zegt die. En Krans? Die is “links van binnen”. Krans zelf blijkt wanneer om tien voor negen naar Amsterdam wordt geschakeld nét weggereden. Naar huis om een schilderij op te halen. Een Rembrandt of een Jan Steen.
Welja.
Gelukkig is daar de directeur van het Rijksmuseum Wim Pijbes die (“ik was u voor”) zelf maar even meldt dat het nog 2-3 jaar kan duren voor *zijn* museum af-verbouwd is. Waarna Amsterdam “the place to be” wordt.
Fijne spreker is het. Met “de mooiste dingen liggen soms voor de voeten en daar stap je overheen omdat je ze niet ziet liggen”. En een hartekreet om niet te zeuren en te simmen maar schouders eronder als je iets wilt verwezenlijken: “Mensen, laten we het in vredesnaam dóen met z’n allen.”
Ladies from Chicago treft de Filiaalhouder aan in het hotel tegenover Herengracht 386. “Very curious” zijn ze naar het museum. Mn naar het water in de grachten: of er stroming staat, hoe je voorkomt dat het “smelly” wordt en of je erin kan zwemmen.
Vandaag gaan ze naar Den Haag en ook nog Delft en shoppen “jewelry mostly”.
Joris van de Kerkhof: “Enjoy your day.”
Jij ook, Joris. Het was weer een genoegen.