“Wat waren ze mooi, hè?”
Joris van de Kerkhof beschrijft de guldenbiljetten en ik zie ze weer voor me met dat “dichterlijk groen” en “schilderachtig blauw”. Op mijn bureau liggen ook nog steeds twee guldenmunten. Juliana van 1967 en 1980. Ik kan er geen afstand van doen, kan ze zelfs niet in een la liggen.
De weemoed naar de briefjes spreekt me dus zeer aan.
Au. Daar is het nare stemgeluid van Wilders met “imploderen”en “knoflooklanden”.
Een bezwerende minister De Jager.
En weer Wilders: *eigen geld eerst*.
Joris van de Kerkhof informeert op de VRT de Belgen over het nieuwste Wildersplan (de gulden terug).
“België hoeft niet terug naar de frank,” vindt de verslaggever. Want: “Dat waren lelijke briefjes.” En o ja: alles is duurder geworden. Een biertje dat ƒ 2,50 kostte, kost nu € 2,50.
Maar er is ook een voordeel (JvdK klinkt nu erg tevreden): “Voor dit stukje krijg ik nog veel beter betaald.”
2,2x zoveel namelijk.
“Ik kan dus ook 2,2x zoveel uitgeven.
Toch?”
Waarmee hij, beken ik, mij aan het slot van dit inderdaad ‘schitterende stukje’ toch even op het verkeerde rekenbeen heeft gezet.