In Lunch! een discussie over literaire tijdschriften. Of ze zin en toekomst hebben. Ja zegt Merlijn de Boer van Tirade, mwah zegt Erik Noomen van uitgeverij Podium.
Hoewel het érg lang geleden is dat ik een literair tijdschrift in handen had, weet De Boer me al snel enthousiast te maken. Mooie verhalen, prachtige gedichten, boeiende essays staan er in.
Jamaar, wil presentator Jurgen van den Berg weten, hoeveel abonnees heeft Tirade. Niet zoveel zegt De Boer (duidelijk in het defensief). “Veel grachtengordel, hè” concludeert Van den Berg. De Boer: “Zal ongetwijfeld ook grachtengordel bij zijn… maar wat bedóelt u daar eigenlijk mee?” Ik vermoed dat de presentator (die ik inschat op niet-grachtengordel) het bedoelt als diskwalificatie maar het is Noomen die het met “dat zal altijd al zo geweest zijn” vertaalt naar: daar wonen nu eenmaal een hoop intellectuelen.
Volgt een boeiend gesprek over het belang van een literair tijdschrift voor jonge talenten, hoe de inhoud van zo’n blad te presenteren (snoef gerust op een stuk van Herman Koch) en wel of niet “ontoegankelijke hermetische poëzie” (Noomen) er in zetten. “Een goed tijdschrift met leesbare artikelen” wil De Boer maken waarop Noomen: “Dat wil Flair ook” en Lunch! heeft het Hollands Maandblad gebeld waar men zei: “we willen juist zo hoogdrempelig mogelijk zijn”.
Noomen aan het slot: “Er hoort ook een goeie website bij en een Facebook community.”
Jurgen van den Berg: “Je wil dus dat het niet alleen tot die grachtengordel beperkt blijft.”
En het is dat het verder zo’n gesprek op niveau was met een overvloed aan prikkelende stellingen en discussie, anders had ik nu iets kattigs gezegd over dat gezeur over die grachtengordel of een lijst gepubliceerd met leuke mensen die daar wonen.