Een half uur geleden is Nederland gaan ganzen tellen.
“Honderden vrijwilligers, boswachters, boeren, jagers en leden van natuurorganisaties” vertelt Bert van Slooten, “tellen mee.”
Waaróm gaan we ganzen tellen, vraagt de presentator aan boswachter Spitsen van het Utrechts Landschap.
Omdat ganzen “in toenemende mate als probleem worden ervaren”.
Eind 2012 is besloten dat ze *welkom* zijn maar – met mate.
Zodat “de zomerpopulatie van de ganzen wellicht wat teruggebracht moet worden”.
BvSl: “En om dat terug te kunnen brengen moet je natuurlijk wel weten hoeveel ganzen er zijn.”
Spitsen denkt dat er misschien wel 500.000 ganzen zijn.
BvSl: “Zijn er bij die afspraken ook getallen ganzen genoemd waar we gastvrij voor kunnen zijn?”
Leidend is “het schadeniveau”.
150.000 lijkt de boswachter wel wat.
Brandganzen en rietganzen (samen).
BvSl: “Dus alles wat daar boven is, dat is niet gunstig voor de gans.”
Spitsen: “Zo zou je het kunnen uitleggen inderdaad.”
Waarop de presentator lacht om over te gaan op of het tellen wel eerlijk gebeurt.
Dat lijkt wel het geval.
BvSl: “En wanneer weten we dan het exacte aantal?”
Oktober.
Spitsen legt uit hoe dat komt (alles moet verzameld en er moet goed naar gekeken).
BvSl: “Ik hoor het al. Het is Holland op z’n smalst zeg je zo af en toe maar iedereen moet er z’n plasje over doen.”
Spitsen zegt nog iets maar de presentator praat er doorheen en wenst hem veel succes met tellen.
Lees die column van Midas Dekkers nog even door.
Dan weet je alles wat je weten moet en méér.