Het is bijna Pasen en dan wordt de Matthäus Passion gezongen.
Ook door Ronald Plasterk. Al 25 jaar met KCOV Excelsior waar hij tweede tenor zingt.
Wilfred Kemp vraagt Plasterk wat hij er mooi aan vindt. Dat het over goed nieuws en slecht nieuws gaat. Zomaar in het algemeen? Nee: vanuit het christelijk geloof. “Leed en belofte.”
Het mooiste stuk muziek voor het koor? Uitgestrekte armen… “ja ja” zegt presentator Wilfred Kemp. Maar wat Plasterk bedoelt is niet dat het koor dat zingt maar de ált met wat kleine invalstukjes door het koor. Uitgestrekte armen om de mensen te beschermen.
“Dank u” zegt Kemp.
Maar waarom vraagt hij nou niet hoe een overtuigd atheïst als Plasterk de Matthäus kan zingen. Wat denkt hij erbij, wat voelt hij erbij? Als hij niet in God en Jezus gelooft, zingt hij dan een sprookje? Zingt hij machtig geïnteresseerd in iets(isme) waarin veel mensen wél geloven?
Als zelf niet-gelovige dénk ik dat ik me er iets bij kan voorstellen.
Maar wat ik niet snap is waarom een vragensteller in een programma over het geloof de vragen niet eens stelt.