“Mag ik ook wat vragen mag ik ook wat vragen mag ik ook wat vragen” drenst een kind door de 1e reportage van John Sarbach heen.
De verslaggever is bij Ikea en treft in het restaurant klanten die géén balletjes-met-paardenvlees eten (man: “de lasagne zag er lekker uit”).
2e reportage.
Vrouw: “Er wordt met zoveel dingetjes gesjoemeld” (over dat paardenvlees dus).
Dan: “Mag ik even aanschuiven” bij een stel.
JS: “Wat bent u aan het eten?”
Man: vis met friet.
JS: “Nog overwogen de zweedse gehaktballetjes te nemen?”
Man: “Nee, we hebben hier genoeg aan.”
JS: “Er zit paardenvlees in, hè.
In de zweedse balletjes.”
Man: “O. Is dat ongezond?”
JS: “Uw vrouw heeft exact hetzelfde, hè?”
Vrouw: ja.
JS: “En wat vindt u van die hele discussie over paardenvlees?”
Vrouw heeft het niet gevolgd.
JS: “Ja maar stel nou dat… u heeft vis maar stel nou dat u zweedse balletjes had genomen en ik kom hier aan tafel u vertellen dat er paardenvlees in zit…”
(stilte)
JS: “Had u dat een probleem gevonden?”
Vrouw zou dan even hebben moeten ‘nadenken’.
JS: “U was dan toch wel een beetje boos geworden?”
Vrouw: “Beetje wel.”
JS: “Nou, smakelijk nog verder.”
Voxpop.
*zucht*