Joost Vullings en Jeroen Wollaars mogen tijdens de vakantie van Lucella Carasso en Tim Overdiek elk een week avond-Radio1Journaal presenteren.
“De leukste vakantiebaan” twittert @wol en daar kan ik me iets bij voorstellen.
In (bijna?) iedere verslaggever schuilt een jongetje of meisje dat als je het diep in het hart kijkt anchor zou willen zijn.
Joost Vullings deed het, vond ik, adequaat.
Niet geweldig, zeker niet slecht.
Hij klonk alsof hij héél goed naar Tim Overdiek had geluisterd en verder alsof hij dolgraag ontspannen wou overkomen.
Ik was er niet kapot van, maar mocht hij nog eens een keer invallen dan kan ik daar mee leven.
Jeroen Wollaars dan.
Takketetakketak!
Er bovenop! Alleen vriendelijk in gesprek met de weerman en de correspondenten.
Verder denderend dwars door de geïnterviewden heen wanneer die niet precies (en dan wel *direct*) zeiden wat hij graag wou horen.
Vooral niemand laten uitpraten, steeds voorop stellend: kijk/hoor eens hoe scherp *ik*, Jeroen Wollaars de presentator, ben.
Ik hoor een Sven Kockelmann kloon.
Een afkat-mannetje.
Een ‘alles draait om mij en niet om het nieuws en zeker niet om de gesprekspartner’-presentator.
Daar word ik vanmiddag zo erg niet goed van dat ik om 17.00 uur de radio UIT zet en deze week het avond Radio 1 Journaal voor ‘gehoord’ verklaar.
Ik schakel volgende week wel weer eens in.
Met hopelijk Lucella Carasso.
Aan wie beide invallers een voorbeeld kunnen nemen kwa natuurlijke charme, scherp en goed ingevoerd zijn zónder de behoefte dat nadrukkelijk te etaleren.
En guess what?
Door mensen op die manier tegemoet te treden krijg je er veel meer uit dan door ze af te blaffen.