Bandje met wolvengehuil.
“Wat doet u met wolven? In het bos staan en kom maar beessie roepen?”
Peter de Bie tegen Jos de Bruin.
Hij runt in Duitsland een wolvenopvang.
En vertelt over een wilde wolf die 12 jaar in Amsterdam in gevangenschap werd gehouden en 2x is ontsnapt en “in het nieuws is geweest” omdat hij door een politieauto is aangereden. Tien jaar geleden was dat. Die wolf heeft hij opgevangen.
Mieke en Peter slaan er niet op aan.
Mieke van der Weij: “Kun je met ze stoeien?”
Nee, maar hij heeft er uit een hol gehaald die anders door beren zouden zijn gedood en met de fles groot gebracht en dan worden ze als een hond.
Over die bescherming.
MvdW: “Dus niet op schieten ook niet als hij naar je toe komt met ontblote tanden grrrrr.”
Dat doet -ie niet, want, zegt De Bruin, mensen denken ‘roedel en hiërarchie’ maar dat komt omdat we wolven bestuderen in dierentuinen.
PdB: “Een gewone wolf laat zich nooit zien.”
Weet-ie vanwege een wildpark in Amerika dat hij ooit bezocht.
MvdW: “Moeten andere schepselen Gods wel beven en sidderen. Schapen en kippen.”
Even kijken naar de schedel van een wolf die De Bruin heeft meegebracht.
“Grote schedel. Grote tanden.”
Vindt Peter de Bie. Mieke wil ‘m vasthouden.
Nog een keer de schapen en kippen.
Klopt het dat Duitse boeren een schadevergoeding krijgen.
Ook dat maar: in wolvengebied hebben ze de plicht schapen bescherming te bieden bv door ze ‘s nachts binnen te halen of er schrikdraad omheen te zetten.
MvdW: “Maar de wolf moet ook eten…”
Er is wild zwijn en hert.
Zodat wanneer De Bruin met een wolf of wolfhybride gaat wandelen hij erg hard praat om te zorgen dat het wild zich uit de voeten maakt.
PdB: “Wanneer komt-ie, nog niet, hè?”
“Ze zijn onderweg” begint De Bruin uit te leggen maar het bandje met wolvengehuil overstemt hem en dat was het dan.
Een gesprek over meerdere sporen.
Die elkaar zijdelings even raakten.
Af en toe.