“Joris vanuit Joure” kondigt Lucella Carasso aan en het is alsof ik een vertrouwd Filiaal hoor (maar dan in de avond en niet vaak en niet lang genoeg).
We horen de Filiaalhouder lopen door een bos bij Joure besprenkeld met (vertelt hij) wilgenpluis. Hij wordt vergezeld door een man van Staatsbosbeheer en dan een man van de Friese Vogelwachten en een man van de politie.
Het gaat over de moord op roofvogels.
Nesten van buizerds, haviken en torenvalken waar doorheen wordt geschoten of met stokken in geprikt. Vergiftigd aas.
Wie het doen? Niemand weet het.
Kunnen het de weidevogelbeschermers zijn, vraagt Joris van de Kerkhof. Omdat de buizerd hun pullen als voedsel voor de eigen jonkies ziet.
De politie? Die wil best optreden maar dan moeten ze op heterdaad betrappen.
En ja, het *zouden* dus toch de weidevogelbeschermers kunnen zijn.
Als dat zo is worden ze geroyeerd door de Vogelwacht.
Die kiest voor ‘ontmoedigen’.
Geen broedbomen bij weilanden.
En de vos van wie de Filiaalhouder en zijn gasten de restanten van een prooi aantroffen?
Een geplukte eend.
Zielig voor de eend.
Maar de vos, daarvan hopen de dierenvrienden dat hij “gelukkig zal leven” .
Ik zei het al: de fragmenten niet frequent genoeg en ook te kort.
Zelf voel ik vooral weemoed.
Ik wil Joris van de Kerkhof terug als Filiaalhouder in de ochtend.
Zo erg kan het toch niet zijn, 1 weekje op en af om 4 uur opstaan?
En Maino Remmers is *zo* grappig-geestig-zelfovertuigd leuk, die kan best iets anders gaan doen.