Maino Remmers stelt zich voor hoe het zou zijn te werken in een kas in het Westland als hij dadelijk bij de baas moet komen om te horen dat hij eruit wordt gebonjourd.
Het valt, ontdekt de Filiaalhouder, nog niet mee, een stokje plaatsen in een pot aarde met een opgroeiende orchidee.
Zeventien bussen met werklozen trekken vandaag naar het Westland. Ze bezoeken kassen en als het klikt kunnen ze een maand op proef werken. Daarna volgt mogelijk een contract.
Ali uit Somalië kwam vijf jaar geleden naar Nederland, is volgens Maino Remmers “volledig ingeburgerd”. Weliswaar spreekt zeer slecht onze taal en maar hij uit zich “gemotiveerd”.
Want daarop zijn ze geselecteerd, de werklozen uit o.a. Rotterdam en Delft die vandaag langs de kassen woden gereden.
Ook vandaag start een campagne Duurzame Inzetbaarheid.
Om werknemers tot op hoge leeftijd aantrekkelijk te houden voor werkgevers.
Dat moeten de werknemers, vindt minister Kamp, zélf doen. Door gezond te blijven en te stoppen met roken en meer te bewegen en bij te scholen.
Wel mogen de werkgévers ze daartoe stimuleren.
Lara Rense: “Daar sta je dan als oudere werknemer. Gezond, vitaal en hoogopgeleid.” En geen werkgever die je wil hebben.
Dat leest ze in een rapport. Nee hoor zegt Kamp. Is niet waar. Wel hoor, zegt de presentator. Staat in dat rapport.
Wat vindt de minister van de door de gemeenten geregelde tocht langs de kassen?
“Moeizaam,” zegt Kamp. Omdat het georganiseerd moet worden. “Je moet zelf zorgen dat je die banen krijgt.”
Om half tien zwaait Maino Remmers de bussen in Delft uit.
Eén jongeman heeft er zin in. Hij zit drie maanden thuis. “Al het werk is welkom.”
Een man (tien jaar werkloos): “Nou ja, ik zal wel moeten, anders word ik erop gekort.”
Voor hem tien Polen en Bulgaren natuurlijk en daar zal de loser ook wel op aansturen.
Maino Remmers hoeft morgen in elk geval geen orchideeën te stutten.
Marcel Oosten verzekert hem dat zijn baan veilig is en dat hij dinsdag weer in het Filiaal wordt verwacht.