Amper geland (maar natuurlijk wel Business Class gereisd, dat scheelt) moet staatssecretaris Ben Knapen verantwoording afleggen aan Marcel Oosten en vooral Lara Rense.
Hij is in het vluchtelingenkamp Dabaab in Kenia geweest. “Het kamp barst uit zijn voegen” is Knapen opgevallen. Er moet dus voedsel komen.
“Geen reden tot nadenken over een structureel andere oplossing voor deze regio?” informeert Lara Rense.
“Als u,” probeert Knapen het persoonlijk te maken, “honderden kilometers naar het zuiden marcheert” dan wil ‘u’ eten. “Het gaat er in eerste instantie om dat deze mensen niet van de honger omkomen.”
LR: “En dán?”
Nadenken over “elders vestigen”.
Marcel Oosten: “Is de internationale druk op Somalië niet te veel verslapt?”
Druk op dat land kán niet, legt Knapen (overtuigend) uit.
De hulp dan maar. “Oxfam verwijt Europese landen dat ze traag zijn,” houdt Lara Rense de staatssecretaris voor. “Voelt u zich aangesproken?”
Antw: “Ja en nee.” Het *is* erg, herhaalt hij nog eens. Maar anders dan bij de tsunami: “Je schrikt niet in 1 keer wanneer je de tv aanzet.”
LR: “Ja. Maar is dat voor u een reden voor een extra bedrag.”
Knapen hoopt “op andere landen en op burgers”.
Terwijl veel burgers weer wijzen naar de overheid. Of vooral inzoemen op de strijkstokken waaraan een hoop zal gaan hangen.
Ik voorspel dat we die mensen gewoon hartstikke dood laten gaan.