Konijnen zijn leuke, sociale dieren.
Bij voorkeur te houden met z’n tweeën omdat 1 konijn een eenzaam konijn is maar dan wel de balletjes gesnipt van de man van het stel.
Je hebt ook mensen die konijnen fokken. Zodat wij ze kunnen eten met kerst.
Vandaag publiceert actiegroep Ongehoord beelden die zijn gemaakt bij Nederlandse fokkers. “De rauwe werkelijkheid van de vleesindustrie” zegt een vrouw van Ongehoord tegen Joris van de Kerkhof. Ze heeft het over dieren met wonden, ontstoken ogen, verdraaide nekken, duidelijk gestresst, dode konijnen tussen de levende.
De verslaggever maakt van zijn reportage een staaltje hoor-wederhoor.
Dus monteert hij hierna Sjef Lavrijsen (konijnenfokker en ook van LTO). Gatver! JvdK ruikt amoniak. “Zo ruiken konijnen” doet Lavrijsen wat natuurlijk kul is want als je het hok goed schoon houdt ruikt een konijn niet ‘zó’.
De opnames (in zijn schuur) zijn ‘s nachts gemaakt met felle lampen en door de aktiegroep is een konijn verlamd geraakt. Zegt hij. Hoezo? Wordt niet gevraagd.
Allemaal jonkies bovenop mekaar. Vinden ze fijn, zegt de fokker. Lekker warm.
En ja, de voedsters worden 11 dagen na de worp weer geïnsemineerd maar *in de natuur* gebeurt dat direct. Hoezo: ‘natuur’? We hebben het hier wel over tamme konijnen.
Montage terug naar Ongehoord.
JvdK tegen de vrouw: “Ziek zijn kan gebeuren. Maar ze houden zich aan de wet mbt de grootte van de hokken.” Klopt, reageert ze: “Maar dat is irrelevant.” Wat geen sterke reactie is maar ze heeft wel gelijk.
JvdK: “Wanneer was u er? Ik was er een uur en veertig minuten geleden.”
Bezoek wel vantevoren aangekondigd, neem ik aan? Alle lijken dus opgeruimd, ziekste konijnen eruit geplukt en in een ándere schuur gezet of indien té ziek na een spuitje in de kliko gekwakt want: de media kwamen langs.
Lavrijsen krijgt in de reportage het laatste woord = sterkste woord.
De sector wil best maatschappelijk aanvaard konijnen houden maar alleen als de consument ze dan nog eet. Anders blijven ze kijken hoe het *economisch* het beste kan.
In de oren van de niet-kritische luisteraar misschien braaf hoor-wederhoor.
Maar de gruwelijke beelden kwamen maar heel vaag aan de orde, de verslaggever lette alleen op ‘de wet’ en had net zo goed alleen met de fokker kunnen praten. Zoveel kritiekloze ruimte gaf hij die.