Een leraar (tevens adjunt-directeur) in Nieuwegein heeft drie uur in de cel gezeten omdat hij een jongen uit de klas heeft gezet.
De knul (13) klaagde er thuis over, ouders over de rooien, aangifte, politie erheen, leraar opgepakt.
Bert van Slooten belt erover met Marja van Bijsterveldt en er ontspint zich een gesprek waarin de presentator steeds een nieuwe vraag stelt en de minister steeds hetzelfde antwoord geeft en je toch als je niet erg goed luistert het idee hebt dat er zich iets ontwikkelt.
Hij (o.a.): met sirenes van school gehaald, staat het voor meer, vakbonden bang voor uitstraling, gaat u er langs?
Zij (telkens met iets andere woorden): ik wil het weten.
Aad Sinke die leraren lesgeeft dus het vanaf afstand beter weet: hij leert dat je nóóit leerlingen mag aanraken. Zelf ooit leraar kan ik bezweren dat ik het nimmer deed (waarbij ook hielp dat mijn hbo-leerlingen op z’n minst een kop groter waren – die sleur je als juf niet woest het lokaal uit).
Deze adjunct-directeur, houdt Bert van Slooten hem voor, was er *bijgehaald* omdat de leerling had gevochten en de leraar in kwestie het niet aankon. Die zou toch “in zijn hemd” hebben gestaan als-ie weer was afgedropen?
Toch ”niet aanraken” zegt deze figuur die of al erg lang uit de praktijk is of er nooit in heeft gestaan.
BvSl: “Mag een docent wel tussen twee vechtenden springen?”
Nee! Niet aanraken!
Maar iets vaags zeggen als: er gaat iets volgen dat je nog wel zult merken.
Zoals ik al zei: die heeft al een tijdje niet met de poten in de onderwijsklei gestaan.