In Vroege Vogels biologische boerin Monique van der Laan.
Ze vertelt dat op haar bedrijf (in Kamerik) kalfjes niet direct bij de moeder worden weggehaald -zoals bij gewone boeren- maar dat ze ‘langer’ bij de moeder mogen blijven.
Nu is ‘langer’ al snel lánger als je weet dat normaal is: uit de koe trekken en meteen afpakken. Maar laten we aannemen dat het zó lang is dat moeder en kind de kans krijgen elkaar steeds minder nodig te hebben. En dat nemen we aan omdat het een mooie gedachte is en daarvan kan een vrouw er niet genoeg hebben.
Koeien zijn bij haar gelukkig, zegt Monique van der Laan. Met als gevolg dat hun vlees tzt ook lekkerder smaakt. Proef maar. Ze biedt presentator Menno Bentveld stukjes worst aan. Met en zonder knoflook. Héérlijk, zegt die. En je hoort ‘m smullen.
Dit is “koe Connie” vertelt de boerin. Nou ja, het wás “koe Connie”. Die lang en gelukkig heeft geleefd en nu op haar 17e is verwerkt tot ontzettend lekkere worst.
Dank je wel, koe Connie.
Je staat symbool voor het biologisch boeren want zo moet het zolang er nog mensen vlees eten natuurlijk gaan. Gekend worden als kalfje, gekoesterd worden als koe en dan als individu vermalen tot worst.
En wie liever niet had geweten dat het Connie was wier worst (ev. met knoflook) werd gegeten, is een ietsje hypocriet bezig.
(ik spreek hier tot mezelf)