Hij is weer fijn, Marc-Robin Visscher, over wie we nu pas horen dat hij twee weken geleden de NOS-prijs de Bonte Tulp heeft gewonnen. Spelen mag hij omdat de Week van het Ambacht vandaag begint met demonstraties van ambachten in het ADO-stadion. Om jongeren en werklozen te verleiden. Aangezien er 250.000 extra vakmensen nodig zijn.
Een heerlijk onderwerp om bij te dollen dus: “wat zou ik kunnen?” Het gaat om “handen, hoofd en hart en met uw hart zit het volgens mij wel goed” oordeelt Femina Fransman van het Hoofdbedrijfschap. Zodat ze de Filiaalhouder wil laten stucadoren en dan: “mee omhoog met de glazenwasser”.
Stucadoor. Weet Marc-Robin wel dat de bijnaam daarvoor *muurvarken* is, vraagt Marcel Oosten. MRV: “O got! Daar begint het gedonder al!” Waarmee niets teveel is gezegd want later moet de presentator voor deze opmerking omslachtig excuses maken omdat stucadoors boos zijn geworden.
Eerst maar eens kijken bij een stratenmaker en dan zelf een siergrindvloer leggen. Blauwe korrels met een schepje, 8 mm dik. Knap, hoor. En wat jammer nou (Lara Rense: “zielig”) maar wanneer hij een half uur later gaat kijken is die vloer alweer afgebroken.
Tenslotte “in een tuigje gehesen met Martijn in een bakje” – 20 meter omhoog voor “glasbewassing” zoals het werk van de glazenwasser tegenwoordig heet. “Ik krijg helemaal de totale kriebels!” vertrouwt de Filiaalhouder ons toe. En dan wil hij “in godsnaam naar beneden!”
Glazenwasser gaat Marc-Robin Visscher dus niet worden. En siergrindlegger ook niet.
Dit ter geruststelling voor de luisteraars.
(De prijs was overigens voor zijn bezoek aan Kathleen Ferrier – want niet-geiten kan deze verslaggever óók)