Ook vandaag doen ze het weer.
Lara Rense en Joris van de Kerkhof.
Ze bellen en “wat heb je gezien” en “is de nood hoog, wat zie je” vraagt de presentator aan de verslaggever die in Obrenovac is, wat officieel is afgesloten van de buitenwereld maar dat weerhoudt hem natuurlijk niet.
De verslaggever ziet 1 grote tankwagen waar mensen met jerrycans water komen tanken. En verder: “Vooral water, heel bruin water.”
Water dat stroomt en op zo’n moment geniet ik van de blik die alleen Joris van de Kerkhof kan hebben.
Hij gruwt niet, hij ziet ondanks een harde realiteit tegelijk iets “lieflijks” omdat de zon erin schijnt zodat de wolkjes worden weerspiegeld.
Maar ook: gebouwen die zijn ingestort of op instorten staan.
Veel rotzooi.
En: “Het stinkt een beetje.”
Maar niet heel erg al is “lang niet iedereen die vermist is gevonden”.
“Heb je mensen gesproken” geeft Lara Rense het startsein voor de reportage want natuurlijk heeft Joris van de Kerkhof mensen gesproken!
Een beveiliger. “It was all under water,” vertelt die.
Terwijl hij bezig is modder te pompen uit de kantine van het gemeentehuis. Via een buis.
Tot op zeker twee meter.
Sportcentrum. Theatertje.
JvdK: “Huizen met voeten in het water.”
Een man van de plantsoenendienst.
Over “hoe mooi zijn stad is, hoe mooi zijn stad was en hoe hij probeert het weer mooi te maken”.
De natuur heeft het gedaan, zegt de man.
Niks aan te doen dus.
Het is prachtige natuur, het is een prachtige stad “die nu van modder is”.
Het water, vat de tuinman samen, heeft het modderig gemaakt en we spuiten het allemaal schoon met schoon water en dan wordt het allemaal weer mooi.
Ontroerend en poëtisch.