“Kijk uit! Kijk uit! Daar ging een bak met haaien!”
We horen een fragment uit de tv-reportage die Vroege Vogels dinsdag zal uitzenden.
Menno Bentveld loopt mee met onderzoekers die haaien uit Naturalis vervoeren naar het ernaast gelegen ziekenhuis om ze daar aan een CT-scan te onderwerpen.
Knap stom, denk ik, om ze dan bijna te laten vallen.
Maar vermoedelijk is dit bedoeld om er ‘spanning’ in te brengen.
Dat soort spanning heeft Joost Huijsing niet nodig in zijn radioreportage.
Hij beschrijft de bakken, kijkt toe bij het onderzoek van een wobbegong (die als naam/nummer 4373 krijgt) en zegt voorzichtig: “Hij stinkt.”
Kan de haai niet helpen.
Komt deels door de vis zelf maar ook door de alcohol en: het dier is uit 1844.
Onderzoeker Pepijn Kamminga is vooral geïnteresseerd in de kaken van de haaien. Omdat die iets zeggen over wat ze eten en dus ook hoe ze leven.
De meeste eten trouwens vis, al heb je, zegt de wetenschapper luchtig tussendoor “wel eens een witte haai die een surfer meepakt”.
Deze wobbegong, 1 van de 500 haaiensoorten, komt uit Japan en ligt daar goed gecamoufleerd op de zeebodem.
Volstrekt ongevaarlijk.
“Maar,” waarschuwt Kamminga, “je moet ze nooit pesten, dan kunnen ze happen.”
En gelijk hebben ze.