Er is een haai gesignaleerd voor de kust van De Panne.
Om vijf uur kondigt Tom van ‘t Hek al aan dat ze erover gaan bellen en dan nog een keer en om tien voor zes is het eindelijk zo ver.
Over dit *teasen* kan ik nogal nijdig worden – maar dat is een ander onderwerp.
Zijn de badgasten geschrokken, een *reuzenhaai*, vraagt om tien voor zes de presentator aan Filip Jongbloet van de Belgische Reddingsbrigade en voordat de man iets heeft kunnen zeggen: “Hoe groot was de zorg, wie zag ‘m, kwam er een zwemmer: er is een haai.”
Tjonge, wat een hoop vragen in een zin waarin niet eens naar adem werd gehapt.
De haai blijkt gezien door een vrouw van de eigen brigade waarna Jongbloet er met een boot naartoe ging.
TvtH: “Wist u meteen dit is een planktoneter en geen menseneter zeg maar?”
Eigenlijk wel. Vanwege de spitse snuit. En, benadrukt Jongbloet: “Het was een babytje. Het was wel een ‘reuzenhaai’ (kwa soort, JD) maar een babytje.”
Heeft hij foto’s genomen, wil de presentator weten terwijl ik denk: hoe groot was dat babytje dan? Komt niet aan de orde en lijkt me toch niet onbelangrijk voor de ‘zorg’ om een ‘reuzenhaai’.
TvtH vraagt wel hoe de Reddingsbrigade de haai naar dieper water heeft gekregen.
Bootje er naast gelegd, haai bleef uurtje “dobberen” en ging toen zelf weg.
“Dank u dat u ons deelgenoot hebt gemaakt van dit avontuur.”
Avontuur? *Als* de man dat al heeft beleefd kreeg hij door de vraagstelling (zelf invullen, kort, niet geïnteresseerd) erg weinig kans daarover smakelijk te vertellen.