Hans van Swol is overleden.
Hij was de allereerste televisiedokter en ‘ach gossie’ denk ik wanneer ik het in De Praktijk hoor. Wat nergens op slaat, want dood gaan we allemaal en de man was al vijfennegentig.
Nieuws blijkt het trouwens ook niet te zijn, hoewel het wel zo wordt gebracht. Googlend op zijn naam (je spelt het toch écht met een S en niet met een Z) ontdek ik dat zijn overlijden elders al op 4 juni wordt vermeld.
Ziek Zijn Beter Worden presenteerde Van Swol vanaf 1956 acht jaar lang en het programma had, zegt hoogleraar (o.a.) ‘publiekscommunicatie’ Frans Meijman ook In Goede Handen kunnen heten omdat de man zo aangenaam-autoritair-deskundig overkwam. Taboe-doorbreker en barricadebeklimmer was Van Swol niet. Wat mogelijk des te beter werkte want hij kon juist daarom moeilijke onderwerpen er “als een soeppapje in laten glijden” = mooie kwoot van de makkelijk pratende Meijman. Zo liet Van Swol de eerste bevalling op tv zien.
Later kwamen dokters Aart Gisolf en Peter Lens, die meer journalist waren dan dokter. Daarna namen de journalisten (denk: Ria Bremer in Vinger aan de Pols) de programma’s over en nu zitten we in het tijdperk ‘patiënt’. De individuele burger staat centraal. Niet meer ‘reuma’ maar (Meijman): “die ene mevrouw met reuma”.
Zal dat zo blijven? De hoogleraar weet het niet. Maar hij kán zich voorstellen “dat Hans van Swol op de beeldbuis uit zijn graf zal herrijzen omdat we nu wel genoeg patiënten hebben gezien en weer deskundige dokters willen horen”.
Leuk item met vlotte montage en geluiden uit -deels- het verleden (Van Swol, Gisolf, Bremer), gemaakt door – ja, door *wie*? De website van De Praktijk loopt twee dagen achter. Dat wordt dus maandag nog eens checken wie de maakster was.