Gerard Arninkhof presenteert dinsdag zijn laatste NOS-Journaal.
Om twintig over acht neemt hij die avond afscheid van ons. Sober, belooft hij. Niet met “een grote show”.
Govert van Brakel belt Arninkhof terwijl die in Albanië staat te wachten tot hij kan terugvliegen. Als een soort afscheidskadootje stelde de NOS hem in de gelegenheid reportages te maken waar hij dat in 1997 en 1999 ook deed. Om te kijken wat er is veranderd. Veel, vertelt de NOS-anchor. Ten goede.
Vindt hij het jammer om te stoppen? Ja. Want: “journalistiek is het leukste vak dat er bestaat” en hij heeft “genoten” van de kansen die hij kreeg. En nu gaat hij genieten van “veel vrije tijd”.
Jamaar – eens een journalist, altijd een journalist?
“Ik herinner me jouw afscheid, Govert,” reageert Arninkhof, “je zei: ik heb geen plannen, ik zie wel wat er op me afkomt.” En look at you now. En dus ook: wie weet.
GvBr: “Ik kan je het telefoonnummer van Jan Slagter geven.”
Wie dat nummer al heeft is Ron Brandsteder, de blijf-lekker-zitten-gast van deze Perstribune. De man maakte gisteravond een Ganzenbord-show waarbij hij vooral erg om zichzélf moest lachen. Zoals altijd eigenlijk, maar dan nu voor MAX. En nu gaat hij, ook voor MAX, ‘Wie van de drie’ maken.
Voor de zoveelste keer denk ik: De Perstribune staat of valt met z’n gasten.
Ik begrijp ook wel dat het niet altijd ‘een’ Sonja Barend kan zijn. En best mogelijk dat MAX volksstammen een groot plezier doet met Ron Brandsteder en Viola Holt.
Maar zelf dacht ik al een paar keer: als de presentator niet Govert van Brakel was, zou ik waarschijnlijk niet luisteren.