“Elk kwartier hetzelfde nieuws. Daar word ik dóódmoe van.”
Klaagt ‘een meneer’ op het antwoordapparaat van de Perstribune.
“Klopt het dat jullie zoveel herhalen” vraagt Ruud ter Weijden aan Lara Rense.
“Gesprekken of reportages nauwelijks” zegt die.
‘Nauwelijks’ licht ze toe, is hoogstens 2x per week. Wat niet waar is maar vooruit.
Je wil mensen die maar kort inschakelen steeds bijpraten over wat nieuws is, legt Lara Rense uit. Daar komen allerlei reacties bij. En soms samenvattingen. Of een andere invalshoek.
Zou dat op de luisteraar niet “cosmetisch overkomen” vermoedt Ter Weijden. Die “andere slinger”.
Zou kunnen, beaamt Rense.
Geestig in dit gesprek is dat beiden steeds gissen naar wat ‘de meneer’ eigenlijk bedoelt.
Misschien bedoelt hij dat het nieuwsbulletin van het hele en halve uur óók het belangrijke nieuws brengt en ervaart hij dat als herhalingen.
Misschien luistert hij langer dan de meeste mensen -die een half uur of drie kwartier luisteren- en komt hem daarom veel bekend voor.
“Ik hoop dat het de meneer duidelijk is,” zegt Ruud ter Weijden ter afsluiting van de speculaties. “Ik wil best met de meneer in gesprek, als hij dat wil” biedt Lara Rense aan en Ter Weijden dénkt dat ‘de meneer’ dat fijn zou vinden.
Zou het niet veel praktischer zijn zo’n meneer direct in discussie te laten gaan of hem na het inspreken van het antwoordapparaat terug te bellen met het verzoek zijn vraag te preciseren?