Nadat Ed Anker zich in Dit Is De Zondag heeft laten geruststellen dat wanneer de lynx in Nederland komt wonen die *niet* de presentator belust op een lekker hapje zal bejagen, zoekt Joost Huijsing in Vroege Vogels naar de zwarte reuzenmier.
Sfeervolle boemeltreintjes en in de verte kerkklokken: de verslaggever gaat 7 jaar nadat een kolonie is gevonden met ontdekker Bram Mabelis naar het station van Schin op Geul. Bestaat de kolonie nog? Of heeft-ie door strenge winters het loodje gelegd.
Eerst grijpen ze een bruine renmier, dan de kaart uitgevouwen en daar staat de lantaarnpaal… nu het spoor over en ja! Een kleine werkster. Mabelis: “Als je 1 werkster vindt, weet je zeker dat er een volk is.”
Dáár! Nog 1! Waarna we razendsnel worden geïnformeerd over wat je als mier allemaal kunt worden (ook nog ‘soldaat’ en ‘luizenmelker’) en dat de zwarte reuzenmier makkelijk van rol wisselt als daaraan behoefte is.
Er is een koningin en “mannetjes dienen alleen voor reproduktie” en leggen dan het loodje.
Dan: 5 mieren op de rails (lijkt mij levensgevaarlijk) en -o! moment van verrukking!- een spleet waar 4, 5, nee: 7 mieren tegelijk uitkomen. Daar moet het nest zijn.
“Een doodgewone houten biels,” sluit Joost Huijsing zijn mooie reportage af, “maar wel de bijzonderste van heel Nederland.”
Foto: Joost Huijsing.