Joris van de Kerkhof praat met Tamara Baars die een boek heeft geschreven over de zelfdoding van haar broer, kondigt Lara Rense aan.
“Waar woonde Koen” vraagt de verslaggever die met de vrouw over straat loopt.
Dáár, wijst ze aan. Dat balkon. En ze zal na tien jaar nog steeds niet ‘zomaar’ hier voorbij lopen.
“Wat heeft-ie in die tien jaar gemist” vraagt Joris van de Kerkhof en ik weet niet of het zo bedoeld is en ook niet of het zo overkomt maar ik ervaar die vraag als confronterend. Tamara Baars somt van alles op o.a. haar dochter (“ik weet wel zeker dat hij een hele leuke oom zou zijn geweest”).
“Is het inmiddels ook wel… góed zo?”
Jezus! Weer zo’n confronterende vraag. Het antwoord is nee, maar “het ontwrichtende is er wel af”.
JvdK: “Heeft hij ook gemist hoe zijn ouders ermee zijn omgegaan?”
Allemachtig! Kán het directer?
Gelukkig geeft de zus normaal antwoord.
Ze denkt dat hij onderschat heeft wat het teweeg zou brengen.
Dan: voelt zij zich schúldig om zijn dood. Niet meer.
JvdK: “En had het ook andersom kunnen zijn, dat ik tien jaar later met hem had zitten praten over úw dood?”
Nee. Ze kan zich voorstellen dat *hij* dacht: ik wil van de ellende af, maar zelf had ze dit nooit gedaan.
Ze besluiten verder te wandelen en “voelt u hem nou in uw rug” vraagt de verslaggever (inderdaad! Dus is het fijn om de straat weer uit te gaan).
Het boek schreef Tamara Baars om mensen die zoiets hebben meegemaakt een steuntje in de rug te bieden.
JvdK: “Heel ingewikkeld, maar als Koen het gelezen zou hebben voordat-ie uit het leven stapte…?”
Ze hoopt dat hij het dan niet gedaan zou hebben. Wel heeft ze al goede reacties gehad van mensen die het in hun omgeving hebben meegemaakt.
“En wat doet het met ú? U moet er nu ook weer over praten…”
Vermoeiend en lastig maar het moet.
JvdK: “Kijkt-ie een beetje? Van boven?”
Tamara Baars weet wat hij bedoelt: “Ja, dat zeggen mensen wel.”
En ze had het ook leuk gevonden als hij op die manier bij de boekpresentatie was geweest.
Gisteren hoor ik dit gesprek voor het eerst in Nieuws en Co.
Heftig, vind ik het. Hoe mooi ik de directe vragen ook vind, tegelijk schrik ik er van want zullen ze wel goed worden opgevat?
Die schrik was niet nodig, gaande het gesprek wordt steeds duidelijker hoe goed Joris van de Kerkhof zijn gesprekspartner aanvoelt.
De sfeer lijkt ook meer ontspannen te worden, er wordt zelfs een beetje gelachen.
Zelf zit ik dan toch nog wat na te trillen, daarom pas nu erover geschreven.