De ramp in Pakistan is erger dan de tsunami, zegt de VN.
Maar kun je dat wel vergelijken, vraagt Bert van Slooten aan hoogleraar humanitaire hulp Thea Hilhorst.
“Lastig,” zegt die. De VN gaat uit van een groter aantal getroffenen (13,8 vs 5 miljoen) maar: “in de tsunami zijn … overleden en nu 1500″. De verbinding hapert. “We gaan u nog een keer bellen” belooft de presentator.
“Waarom is het zo naar buiten gebracht?” pikt hij het gesprek weer op. Bij Haïti is het ook zo gedaan, vertelt Hilhorst. Daar werkte het, want: meer hulp.
“Maar,” werpt Bert van Slooten tegen, “krijg je dan geen inflatie met cijfers zodat mensen denken: het zal allemaal wel.” Daar heeft hij een punt. Want zelfs bij enorme rampen krijg je zodra je gaat vergelijken het effect dat alles dat onder de tsunami blijft niet meer meetelt.
“Kun je je voorbereiden op rampen van deze omvang” snijdt de presentator nog aan en ik span me in om professor Hilhorst over de krakende lijn te beluisteren. Het kán wel, maar valt niet mee.
“We praten een andere keer verder,” kapt Bert van Slooten terecht af, “en dan nemen we een betere lijn of u komt gewoon in de studio.”
Zoiets gebeurt eigenlijk best vaak. Krakende lijnen, haperende verbindingen, wegvallen van de geïnterviewde. Belt de NOS met een beroerde telefoon? Maken best-belangrijke mensen gebruik van goedkope mobieltjes?
Btw: het aantal doden bij de tsunami dat nu tussen haperende verbinding en opnieuw opbellen wegviel is 22.000.