In Amerikaanse series worden getuigen die elkaar niet mogen spreken met een agent voor de deur in een niet al te sjiek hotel neergezet.
In het Nederlandse écht zegt rechtbankpresident Van Oosten tegen Bertus Hendriks: niet met Schalken en Jansen praten, hè?
En stuurt ‘m naar huis.
En toen? Zou-ie écht niet met de andere getuigen hebben gesproken?
Jeroen de Jager heeft het gisteren aan hem gevraagd. En nee, hij heeft ze *niet* gebeld.
Maar wat hij wél heeft gedaan: alles op tv erover bekeken, alle kranten erover gelezen.
JdJ: “Dus als-ie slecht wil, kan hij daarop inspelen.”
De rechtbank heeft Hendriks niet verboden alle info te verzamelen die hij kon vinden. Maar bedoelde men dat niet impliciet? Wat viel er ánders met de andere getuigen te bespreken dan “wat heb jij verklaard”.
Bertus Hendriks is geen domme man. Waarom doet hij het dan toch. Of misschien beter: waarom vertélt hij het alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
En dan blijkt Hans Jansen ook nog ooit een heel ander verhaal over het gesprek met Tom Schalken te hebben opgeschreven. Niks poging tot beïnvloeding. Maar: “Het ging hem er vooral om dat ik de intellectuele uitdaging van een en ander positief zou waarderen.”
Dat wordt weer een leuke zitting.