Lara Rense is actief op sociale media, twittert tijdens de uitzending fanatiek met haar luisteraars en aait graag collega Marcel Oosten, digibeet (and proud of it), plagend over de bol.
Zodat in het mediaoverzicht van even voor zeven zich het volgende gesprekje ontspint.
LR: “U hoorde eerder in onze uitzending al over de aardbeving voor de kust van Noordholland.
Op twitter verschijnen wat tweets van mensen die die aardbeving gevoeld hebben.”
MO: “Op Bibi-at-Bibi-Kusje bv. Oh my God, aardbeving enzo, Jesus, I’m shaking.
Twittert ze.”
LR: “HedwigK: Wat was dat? Aardbeving? Alsof er een boekenkast bij de buren omging. #Trilling #Castricum.”
MO: “En Bernard twittert geschrokken: wtf lig te schudden in bed. Hele huis trilde. Onwijze klap in de buurt van Castricum – iemand idee wat dit was?”
LR: “Wtf?”
MO: “Wtf? Ik weet het niet.”
LR: “What the fuck.”
MO: O! Ja… dat houd ik allemaal niet bij, hoor.”
Lara lacht: “Dat is turbotaal, hè.
Van jongeren.”
Volgend onderwerp (“waddensmoesje”) met Marcel Oosten nog even napruttelend over “wtf”.
En Lara daar weer om lachend.
Ik vind het geestig en meld dat op twitter.
Waarop iemand me corrigeert: ook zij moest lachen maar vindt dat dit “eigenlijk niet meer kan”.
Ze heeft gelijk.
Een presentator van een nieuwsprogramma die bewust niet doet aan sociale media (na 3 tweets in 2010 is Marcel Oosten met twitter gestopt, aan Facebook heeft hij nooit gedaan) – het *is* alsof je bewust blijft schrijven met een ganzenveer.
Aan de andere kant: wordt het belang van kunnen meepraten in turbotaal en pronken met je apps soms niet een ietsje overdreven?
(btw dit is *niet* verzonden vanaf mijn iPhone)