Je hebt gewone radio en mooie radio en erg mooie radio (en ja, helaas ook saaie en irritante radio).
Heel zelden hoor je prachtige radio zoals vanochtend in de reportage van Joris van de Kerkhof over de liefde van een oud echtpaar.
Hij is 82 en zit in een verpleeghuis, zij is 73 en komt elke dag op bezoek.
Hij geeft haar een roos (“vindt ze altijd leuk”) en zij lacht: “Hij had hem ook aan de zuster kunnen geven.”
JvdK: “Had u hem liever aan de zuster gegeven.”
Meneer Lachmann: “Nee. Echt niet.”
De man klinkt broos.
Het is hard, het is eenzaam, zegt de vrouw.
En wanneer de verslaggever erop wijst dat zij zo vaak haar hand op zijn schouder legt: “Ik kan niet van hem afblijven.”
“Liefde bestaat dus echt” concludeert een zuster die erbij staat.
Ze wordt er “gelukkig” van als ze deze mensen ziet.
JvdK vraagt of er behoefte is aan seks, aan vrijen.
“Uiteraard” antwoordt de vrouw. Want het was vroeger erg fijn.
Nu is haar man half verlamd.
“Maar ik kan zijn hand vasthouden en mijn hoofd op zijn borst leggen en het is heerlijk dat dat nog kan.”
“En jij,” vraagt mevrouw Lachmann aan haar man. “Mis jij het ook, de seksualiteit?” Ja, zegt hij, maar volgens zijn vrouw heeft hij het gemakkelijker geaccepteerd dan zij.
“Maar ik blijf hem trouw. Want niemand kan tippen aan mijn Michel.”
Ze legt haar hand op zijn wang en ja, bevestigt de man, daarvan geniet hij.
“Er zijn van die reportages die de radio even op stil zetten,” kondigt Winfried Baijens af.
Bij Jan Publiek wijst hij nogmaals op deze prachtige radio.
Zelf hoor ik hem eerst in het programma en omdat ik er over wou schrijven beluister ik hem nog een keer.
Beide keren komt het verhaal hard binnen. Zo lief, zo pijnlijk ook.
Zoiets kan alleen Joris van de Kerkhof maken.