Het poollicht had Govert Schilling ons laatst in het vooruitzicht gesteld. Dat liet het helaas afweten. Nu belooft de wetenschapsjournalist ons een sterrenregen.
Hoewel, tempert hij de opwinding van Dieuwertje Blok, van een echte ‘regen’ zal geen sprake zijn. Dat doet zich maar zeer zelden voor. Met 1 neerdalende ster per minuut mogen we blij zijn.
‘Ster’ mogen we de lichtflitsen ook niet noemen, zeggen sommige scherpslijpers. Die hebben het over meteorieten. Wat volgens Schilling ook al niet klopt maar hoe meer hij me vertelt, hoe meer mij een ‘kniesoor-die-daar-op-let’-gevoel overvalt.
De kosmos tracteert ons op een wondertje, ik dwaal mee naar de Grieken en de Romeinen en word helemaal blij met de wetenschappers van tweehonderd jaar geleden die ontdekten hoe het in elkaar zat.
De beste nacht is die van donderdag op vrijdag, vertelt Govert Schilling. En dan na middernacht. Waarbij we het treffen dat er geen maan is en we verder een plek moeten opzoeken ver van lantaarnpalen en ander vervuilend licht.
Dan is het: “Gezellig met iemand en een fles wijn en dikke kleren” op een dekentje gaan liggen. Naar boven staren en: “Een beetje kletsen over de oneindigheid van het heelal.”
Dóe jij dat nog, willen Dieuwertje Blok en Peter de Bie weten. Op een toon van: been there, done that.
Jazeker, doet Govert Schilling dat!
En hij vertelt het zo enthousiast dat ik denk: is er nog plaats op dat dekentje voor een gretige luisteraar?
Eigen fles wijn mee.