“Da geh’ ich ins Maxim…”
De wat brekelige maar nog steeds opmerkelijk toonvaste stem van de 107 jaar oude Johan Heesters.
Gisteren onverwacht optredend in theater De Flint in Amersfoort. Ter ere van het afscheid van directeur Erkelens. Die, vertelt hij aan Matthijs Holtrop, “een heerlijke avond” heeft gehad.
Dat ‘heerlijk’ geldt niet voor iedereen. Hein Kasbergen van het actiecomité ‘Heesters Raus’ (opgericht toen de man twee jaar geleden ook in De Flint optrad) vindt het maar niets. Zeker niet voor “de joodse gemeenschap”.
Waarna de verslaggever kwoot tegenover kwoot zet.
Erkelens over Heesters die te groot was voor Nederland (“net als Linda de Mol”) en in 1932 naar Wenen is gehaald en toen Hitler kwam “als ijdele opportunist” is blijven optreden.
Kasbergen over Heesters als een collaborateur die nu “als een mol onder de grond” zou moeten blijven.
“Ziekelijk gedrag” verwijt Kasbergen aan Erkelens omdat hij mensen pijn heeft gedaan. Geschoffeerd.
Ach, doet Erkelens. Hij als theaterdirecteur zoekt “de randjes op en achteraf zal de geschiedenis aangeven of ik me over het randje heb bewogen”.
Met Heesters “Das teure Vaterland!” het slot van ‘Maxim’ zingend eindigt de reportage.
Erg knap gemaakt. Citaat na citaat. Geen overdreven sentiment. Maar daarmee des te sterker.
(foto: Vera van Brakel)