“Oefenen met oefendoelen” zal de ‘rampenleider’ die op vliegbasis Eindhoven een namaakvliegramp leidt.
Een voorstuk en een achterstuk van een Fokker 100 ziet Joris van de Kerkhof liggen. Daartussen koffers. Nee, niet aankomen. Want tussen die koffers komen later de slachtoffers (acteurs fysieke veiligheid) en alles moet precies zó liggen – en niet anders.
Dan wordt het (weer de ‘rampenleider’): “stukje communicatie” en “stukje processen” en niet te vergeten “leermomenten”.
Vijftien jaar geleden was de ramp met de Hercules.
“Als u slachtoffer gaat liggen wezen” vraagt de Filiaalhouder aan een acteur: denkt hij daar dan ook aan? De man zegt zich te gaan “concentreren op acteren” maar nu de verslaggever het zegt: “Misschien kan ik het wel meenemen. Goeie tip.”
Method acting.
De hulpverleners, verwacht men, zullen mogelijk wél terugdenken. Als die het te kwaad krijgen kan de oefening zelfs gestopt.
Eigenlijk is de echte oefening ook niet tussen de wrakstukken. Die is op het gemeentehuis. Waar de beslissingen worden genomen. En waar de stukjes communicatie en leermomenten natuurlijk op hun plaats moeten vallen.
Meest indrukwekkend: wanneer Joris van de Kerkhof (“ik was er zelf bij”) met collega Hans Matheeuwsen herinneringen ophaalt aan die avond.
Om zes uur kwam het nieuws over de ramp, de pers spoedde zich naar het vliegveld en (HM:) ”Honderd journalisten werden gevangen in een ruimte en wie binnen was mocht er niet meer uit.”
Tot aan het eind van de avond eindelijk de persconferentie kwam die steeds werd beloofd en steeds werd uitgesteld.
Twee werelden.
Het echte drama dat al bijna is vergeten en het spelen met schmink (bloedende harten) achter roodgeblokt lint.