Bèh zegt een schaap.
“Schapen zijn prima natuurbeheerders” zegt Roel Pauw.
“Zeker” zegt Toos van Noordwijk.
De vrouw is ‘deskundig’. Waaróm wordt niet verteld maar ze klinkt alsof ze weet waarover ze praat dus ik geloof het.
“Maar niet altijd..” vervolgt Roel Pauw (over het zijn van prima natuurbeheerders).
Bèh zegt weer een schaap.
“Klopt óók” zegt Toos van Noordwijk.
Bèh.
Wat schapen verkeerd doen: bij intensieve begrazing van kalkgraslanden in de herfst eten ze de helft van de rupsen op. Die dus geen (zeldzame) vlinders worden.
De schapen kunnen het natuurlijk niet helpen.
Door steeds meer stikstof dat neerdaalt op het kalkgrasland móet er wel intensiever worden begraasd. Stikstof (van de industrie en de auto’s) valt niet tegen te houden. Dus moet je preciezer grazen.
Meer slepen met de schapen en dan afgestemd op elk klein gebied.
Dat kost geld en, weet de verslaggever, “natuurbeheer staat sowieso al ongelooflijk onder druk en dan komt u met zo’n aanbeveling – zijn we blij mee”.
Toos van Noordwijk: “Ja, daar kan ik ook niet veel aan doen.”
Bèh.
Bèh.
Informatief. Helder.
En leuk eronder gemonteerd, die schapen.