Brabants dialect is sexy, kondigt Sven Kockelmann aan.
Het is onderzocht.
Wélk dialect, denk ik, want in de ogen en oren van Randstedelingen mogen Brabanders wel allemaal hetzelfde taaltje praten maar dat is toch echt niet zo.
Het gaat ook niet om een dialect, blijkt in het gesprek met deskundige Wim Daniels. Het gaat om de tongval, het zangerige, en vooral: de zachte G.
Daniels heeft er wel een verklaring voor waarom in een onderzoek van datingsite Parship (dating voor hoogopgeleide singles) 40% van zowel de mannen als de vrouwen vertelt week te worden bij het horen van een zachte G.
De daters van Parship hebben, vermoedt hij, al relaties achter de rug. Die niet goed zijn afgelopen.
Een zachte G ligt voor in de mond. Een harde G is een nare keelklank. Die *schuurt*. En dat willen we niet, een ‘schurende’ relatie.
Het volgende meest geliefde accent is de andere zachte G, het Limburgs
Meest gehaat: Utrechts (door mannen) en Zeeuws (door vrouwen).
Zelf kan ik niet tegen Goois (met die bekakte R) en krijg ik een woest waas voor de ogen bij een stem als die van Ebru Umar die Gooiser dan Goois probéért te zijn.
En ja, ook ik zwijmel weg bij de zacht-zangerige zachte G.
Typerend voor Sven Kockelmann trouwens dat hij meermalen aanreikt dat Brabanders geacht worden dóm te zijn. Achterhaald, zegt Daniels (ook: meermalen) gedecideerd. Waanidee van de zichzelf zo kien achtende Randstedelingen.
Sterker: het is *omgekeerd*.
Wat Sven met de harde G niet hoort of niet oppikt.